Hergebruik en nieuwe betekenissen
Herinterpraties van bouwelementen in de hergebruikarchitectuur van Marcel Raymaekers
NAOORLOGS HERGEBRUIK, SUBSYSTEMEN, QUEEN OF THE SOUTH
De Belgische hergebruiksector kende na de Tweede Wereldoorlog een grote opleving aan antiekhandelaars. Aangestuurd door moderniseringswerken in stedelijke en landelijke gebieden over het hele grondgebied (snelwegen, hoogbouw, verkavelingswijken, etc.), gingen kastelen, herenhuizen, stations en ander architecturaal patrimonium onder de sloophamer. Dankzij (eeuwenoude) hergebruikpraktijken werden deze gebouwen ontmanteld in hun elementaire delen (bakstenen, houten balken, natuurstenen componenten, etc.) en verspreid over de verschillende hergebruikhandelaars die België in die periode rijk was.
De meeste kwalitatieve onderdelen - zoals bv. decoratieve natuursteen - kwamen vaak terecht bij gespecialiseerde handelaars in historische of antieke bouwmaterialen. Hier werden de verschillende gebouwonderdelen op het terrein gedissecteerd tot hun 'subsystemen' ofwel sets van bouwelementen - denk bv. aan een gotische boog opgebouwd uit 10-tal bouwblokken uit witsteen. Voor vele van deze elementen betekende de opslag op een hergebruikterrein, losgerukt van zijn originele functie, ook vaak een transpositie van hun betekenis en ontstond er op het opslagterrein een vrijheid om het element te herdenken binnen een volledig andere functie. Binnen de Belgische hergebruiksector blonk de praktijk van Marcel Raymaekers, als ontwerper en zaakvoerder van antiekhandel Queen of the South, hierin uit.
OBJETS TROUVÉS EN KUNSTHISTORISCHE AMNÉSIE
Opgericht in 1972, stond Raymaekers' Queen of the South vanaf de jaren '80 bekend als Europa's grootste antieke bouwhandel. Het succes van de zaak bestond erin dat Raymaekers zijn eigen hergebruikhandel combineerde met een architectuurpraktijk, en zijn verzamelde bouwelementen beschouwde als een blokkendoos waarmee hij eigen architecturale ontwerpen kon uitvoeren. In een ideale samenwerking tussen de klant en Raymaekers, bestelde de klant een ontwerp èn materialen bij de Queen of the South en stelde Raymaekers een bouwpakketje met uitvoeringstekeningen samen. Deze (unieke) werkwijze veronderstelde dat in elk bouwelement het maximale creatieve potentieel werd gezien - een talent dat Raymaekers bij uitstek bezat.
Bovendien begreep hij de beperkingen van zijn materialen en putte er zelfs inspiratie uit voor toekomstig gebruik. Raymaekers ontwrichtte vaak de inherente logica van zijn bouwelementen, en bouwde zo een uniek architecturaal oeuvre op. Hoewel Raymaekers ontzag had voor de kwaliteiten van zijn materialen (sterkte, esthetiek, vakmanschap), had hij haast geen aandacht voor hun historische oorsprong. In een krantenartikel uit 1980 vat Raymaekers zijn eigen werkmethode bondig samen: "Voor een leek is het moeilijk om voor al die uit hun verband geraakte restanten en vondsten zelf bouwkundige mogelijkheden te vinden. Daar moet je kijk op hebben. Je moet oog hebben voor nieuwe bestemmingen voor het materiaal en de oude functies kunnen vergeten. Daarin gaat juist de kunst schuil."
Vele elementen zouden eens in Raymaekers' handen een radicaal 'transpositieproces' doormaken, waarbij het nieuwe gebruik een volledig andere betekenis kreeg. Een toonvoorbeeld hiervan is het gevelontwerp van de Queen of the South zelf. In de rechtergevel van het gebouw, werd de raderkast van een stoomschip, ingezet als het fronton en uithangbord van het gebouw - ook de naam van zijn hergebruikhandel zou hij aan het originele schip, 'Queen of the South', ontlenen. Een ander radicaal voorbeeld is te vinden in Houthalen-Helchteren, waar hij voor een gezinswoning met dokterspraktijk, acrylische straaljagerkoepels inzette als dakramen. In elk ontwerp van Raymaekers zou dit creatieve spel met betekenis - subtiel of niet - terug te vinden zijn en een essentiële ontwerpmethodologie voor zijn architectuurpraktijk vormen. Hij besefte namelijk dat het vinden van nieuwe toepassingen voor een hergebruikelement; allereerst soms een vorm van (kunsthistorisch) geheugenverlies vereiste.
LUIE GOTISCHE BOGEN IN NIEUWE CONSTELLATIES
Dat voor Raymaekers de oorspronkelijke functie van geen tel was, uit zich in zijn enthousiaste reactie op de afbraak van de Sint-Franciscus van Saleskerk in Luik: “Dit jaar heb ik een heel grote kerk afgebroken in Luik, een gebouw uit de koloniale periode van Cockerill. Ik vond er tientallen staaltjes van verfijnde ijzerstructuur, ijzeren zuilen met krullen, met consoles in smeedwerk en ijzeren drakekoppen. Ik werd gek van enthousiasme.” Voor Raymaekers betekende de afbraak nu eenmaal de uitbreiding van zijn blokkendoos, met nieuwe ontwerpen tot gevolg. Het originele neogotische ontwerp van de Sint-Franciscus van Saleskerk, waarvan het interieur werd gekenmerkt door lichtheid en verticaliteit, zou hij volledig herdenken. De esthetiek van zo’n puntige boog zinde hem niet, dus zette hij beide benen met de andere zijde tegen elkaar. Het resultaat is een heel ‘luie’ boog die het bijna lijkt te begeven. Raymaekers plaatste de bogen in zijn project bijna horizontaal, met als gevolg een indrukwekkende spanwijdte die hun intrinsieke kracht ten volle tentoonstelde. Deze techniek zou hij onder andere toepassen in een binnenzwembad voor een klant in Pelt en een tuinpaviljoen in Hasselt.
Deze aversie voor de spitse vormentaal van de gotiek, is reeds vroeg in Raymaekers' carrière terug te vinden. Ook in het toegangsportaal van de Queen of the South plaatste Raymaekers de originele neogotische portieken van een kerk uit Spa haast horizontaal. De sterkte van de natuurstenen boog, zette Raymaekers nog extra in de verf door er bovenop een gigantische stenen leeuw te plaatsen.
EEN GEVEL ALS EEN KAARTENSPEL
In de enkele gevallen dat Raymaekers een volledige gevel wist op de kop te tikken, zou hij het ook niet kunnen laten om de originele samenstelling te laten varen en de elementen te herschuffelen als een kaartenspel. Hierbij mobiliseerde hij zijn eigen bedrijfsterrein als de ideale testcase voor een 1:1 mock-up van een ontwerp. Het beeld van Raymaekers in kostuum op zijn heftruck terwijl hij eigenhandig allerhande elementen manoeuvreert zou een publiekslieveling onder zijn klantenbestand worden.
Op die manier ontwierp hij ook de gevel van een bloemenwinkel in Steenokkerzeel. Toen in de vroege jaren '80 de architectenwoning van Jos Bascourt gesloopt werd, zou Raymaekers de ontmantelde gevelelementen in zijn geheel inkopen en laten overbrengen naar de Queen of the South. Zonder een duidelijk beeld van het originele gevelontwerp van Bascourt ging Raymaekers al puzzelend met zijn heftruck op zoek naar een nieuw en passend ontwerp voor zijn klant uit Steenokkerzeel. Raymaekers herschikte de blokken om van een gevel met drie traveeën en drie niveaus, een gevel met vier traveeën en twee niveaus te maken die voldeed aan de eisen van zijn klant. De herschikking, die een aantal slimme aanpassingen vergde, had als bijkomend voordeel dat de kroonlijst uit het oorspronkelijke ontwerp op ooghoogte van de toeschouwer kwam, zodat de prachtig gebeeldhouwde ornamenten beter te aanschouwen waren.
SPEL, PLEZIER EN HERGEBRUIK
Dit spel - of het nu de plaatsing van het gotische buig in horizontale stand is of de verplaatsing van een kroonlijst naar ooghoogte - is een constante doorheen het volledige oeuvre van Raymaekers. Niet enkel zijn deze transposities in functie en betekenis vaak bijzonder creatief maar ook soms simpelweg 'grappig'. Elementen met serieuze en vaak plechtige herkomst (kerken, chateaux, burgerlijke herenhuizen, herenboerderijen enzovoort) transponeren naar de context van een gezinswoning of een bloemenwinkel in een Vlaamse voorstad was (en is) op zichzelf al humoristisch. Het is niet toevallig dat Raymaekers nu precies een oeuvre opbouwde met hergebruikte onderdelen. Bouwcomponenten met een voorgaand leven, en alle bijkomende associaties, lenen zich nu eenmaal goed tot een spel waarbij betekenissen en verwachtingspatronen kunnen getweakt en strategisch worden ingezet; niet bij toeval de elementen bij uitstek voor humor. Raymaekers' oeuvre leert ons dat circulair bouwen, niet noodzakelijk meer papierwerk, maar wel plezier naar de bouwwerf kan brengen; of om te eindigen met de woorden van filosoof Timothy Morton: ‘You think ecologically tuned life means being all efficient and pure. Wrong. It means you can have a disco in every room of your house’.
- Soort
- Integration
- Soort markt
- privé
- Conceptie
- Marcel Raymaekers
- Klant
- Queen of the South
- Handelaars
- Queen of the South