K.118 Winterthur

Transformatie en uitbreiding van een industrieel hoekgebouw met gerecupereerde structuur-, gevel-, én interieurelementen

Hergebruikte materialen en hoeveelheden

Afkomstig van hergebruikhandelaars of Baubüro In Situ's eigen stock: 
Geluidsisolatie: 980 m2
Constructiehout: 16,2 m3
Cellulose isolatie: 3069 kg 

Afkomstig van afbraak- of renovatiewerven: 
Stalen draagstructuur: 71 t
Aluminium en stalen platen: 1400 m2
Stalen buitentrap
Stalen balustrades: 45 m
Houten dakbekleding: 295 m2
Houten wanden: 324 m2
Binnenmuurbekleding uit houten platen: 2790 kg
Houten vloeren: 983 m2
Ander constructiehout: 5,6 m3
Massieve houten deuren: 16 pc
Ramen (vooral aluminium): 220 m2
Houten raamluiken: 44 pc.
Wandbekleding uit granieten platen, 30 mm: 70 pc.
Zonnepanelen: 20kWp
EPS-isolatie voor het dak: 265 m2
Radiatoren: 24 pc
WC’s, lavabo’s: 12 pc

Andere circulaire materialen en duurzame ingrepen:
- Stro en klei voor de wandopbouw
- Behoud van bestaande gevel en behoud + versterking van de bestaande structuur van het industriële hoekgebouw
- Het weinige beton dat gebruikt werd was op basis van gerecycleerde granulaten. 

Het project

Op het voormalige Sulzer fabrieksterrein in Winterthur (Zwitserland) is de uitbreiding van een industrieel hoekgebouw grotendeels opgebouwd uit hergebruikmaterialen, aangevuld met hout, stro en klei. Het project K.118 van Baubüro In Situ, in opdracht van het Zwitserse pensioenfonds "Stiftung Abendrot", legt de lat zeer hoog voor circulair en duurzaam bouwen.

Tekst door Baubüro In Situ - oktober 2021:

Door grote vooruitgang in energie-efficiëntie tijdens de gebruiksfase van een gebouw, is de bouw nu verantwoordelijk voor driekwart van de emissies over de volledige levensduur van een gebouw. Voor het project K.118 lag de focus op het hergebruik van materialen, om zo de uitstoot gerelateerd aan de productie van hun nieuwe equivalenten te vermijden. Waar nieuwe materialen nodig waren werd er zoveel mogelijk voor biosourced materialen gekozen. Het resultaat: 60% van de broeikasgasemissies en 500 ton primaire materialen konden worden bespaard in vergelijking met een klassiek project. 

Het project toonde al snel aan dat circulair bouwen denken in kringlopen inhoudt. Als er wordt uitgegaan van het gebruik van reeds bestaande bouwcomponenten draait het architectuurproces om: het begint met het vinden van materialen en het wordt grotendeels gestuurd door opportuniteiten, wanneer die zich voordoen. De selectie van beschikbare materialen wordt vervolgens gedetailleerd gecatalogiseerd. Voor het opnieuw installeren van hergebruikmaterialen is algemene informatie en een precies idee van de installatiemogelijkheden nodig. Op deze manier komt het ontwerp tot stand te midden van een voortdurend proces van evalueren, controleren en beslissen.

Een stalen geraamte dat ooit diende als structuur voor een distributiecentrum op het terrein van Lysbüchel (in Basel), vormt de draagconstructie. Beton werd alleen gebruikt waar nodig, wanneer het onvermijdelijk was voor de stabiliteit, de brandveiligheid of de akoestiek: in de vloerplaten, in de funderingen en voor enkele akoestische voorzieningen in de interieurs. De drie nieuwe verdiepingen die bovenop de hal zijn gebouwd, worden ontsloten door een stalen buitentrap, afkomstig van het gesloopte kantoorgebouw Orion (in Zürich). De bordessen van deze trap bepaalden de verdiepingshoogten. Het staal is voor gebruik visueel gekeurd door het projectteam en vervolgens is de structuur overgedimensioneerd in de zin dat er meer staal aanwezig is dan technisch gezien nodig. Op die manier was het niet nodig het staal te testen of behandelen. 

In de keukens, toiletten en op de balkons zijn granieten gevelelementen gebruikt als muurbekleding, en ook de meeste aluminium ramen zijn afkomstig uit het Orion-gebouw. Samen met de rode gevel in geprofileerd plaatstaal vormen ze de gevel en bepalen ze het uitzicht van het gebouw in het stadsbeeld van Winterthur. 

De structuur van het bestaande industriële hoekgebouw werd verstevigd met aarde, om het extra gewicht te kunnen dragen. 

Omdat hergebruikmaterialen zelden onmiddellijk geschikt zijn voor hun nieuwe toepassing, moest de nodige speelruimte worden gecreëerd. In dit project werd dit onder meer opgelost door - letterlijk - een gelaagde aanpak. De gevel bestaat niet uit één plaat aluminium, maar uit een aantal elkaar overlappende platen. Het combineren van hergebruikelementen met aanpasbare materialen is een andere manier om deze moeilijkheid te overwinnen: in de geprefabriceerde houten gevelelementen vullen isolatie van stro en een binnenpleister van plaatselijke gewonnen klei de ruimte rond de hergebruikte ramen. Op deze manier vormt het feit dat de ramen verschillende afmetingen hebben geen probleem. Daarbovenop kunnen stro en klei in de restruimte worden ingewerkt zonder dat er afval ontstaat (geen snijverliezen). Deze biosourced materialen, die met een minimale energie-input worden verwerkt, blijven composteerbaar en zorgen voor een comfortabel binnenklimaat.

In het interieur zijn de houten wanden bekleed met gerecupereerde multiplex panelen uit de podiumbouw, en voorzien van gerecupereerde deuren. 

Hoewel de CO2-uitstoot bij de bouw meer dan gehalveerd werd, bleven de kosten binnen de grenzen van wat normaal is voor een soortgelijk nieuw gebouw. Het verschil is dat het projectbudget vooral besteed werd aan de arbeid van de betrokken ambachtslieden, aangezien gerecupereerde materialen een zekere mate van handarbeid en deskundigheid vereisen voordat ze kunnen worden geïnstalleerd. Het project is dus niet enkel duurzaam op ecologisch, maar ook op socio-economisch niveau!

 
Soort
In situ Integration
Soort markt
privé
Year
2021
Conceptie
baubüro in situ
Technisch / Stabiliteit
Oberli Ingenieurbau AG, Josef Kolb AG
Implementatie
Zehnder Holz und Bau, Wetter AG
Copyrights
Baubüro In Situ